Met de RDM-PEIL routine plaatst je aan de hand van een referentielijn (NAP-)hoogtematen in bijvoorbeeld een dwars- of lengteprofiel.
In AutoCAD is standaard geen dim commando aanwezig voor het bijschrijven ven een hoogte maat. Wel kun je eventueel met het commando dimordinate de Y-waarde van een punt in de tekening bijschrijven. AutoCAD schrijft dan de afstand (altijd positief) tot het actieve nulpunt. Zorg dus dat je eerst het UCS op de nullijn (referentie) lijn plaatst.
In AutoCAD is standaard geen dim commando aanwezig voor het bijschrijven ven een hoogte maat. Wel kun je eventueel met het commando dimordinate de Y-waarde van een punt in de tekening bijschrijven. AutoCAD schrijft dan de afstand (altijd positief) tot het actieve nulpunt. Zorg dus dat je eerst het UCS op de nullijn (referentie) lijn plaatst.
Download
Wil je ook graag snel een hoogtemaatvoering in een doorsnede of dwarsprofiel kunnen bijschrijven. Vraag dan geheel vrijblijvend een evaluatie versie aan. Dat kan door hieronder je gegevens door te geven. Je ontvangt dan direct een e-mail met download link.
Geen e-mail ontvangen? Neem dan contact met ons op. Dit kan telefonisch op 072-5320830 of per e-mail mail@rodema.nl
Installatie en werking
Nadat je het zip bestand hebt opgeslagen en uitgepakt op een voor jouw bekende locatie, moet ook AutoCAD weten waar de bestanden staan. Start daarvoor AutoCAD op en toets op de commando regel het command;OPTIONS<enter> in. Er verschijnt een dialoogscherm met tabbladen. Klik op het Files tab en klap het onderdeel Support File Search Path uit (+ teken). Voeg nu via Add... knop aan de rechter zijde een nieuw pad toe. Klik direct daarna op knop Browse... en wijs de locatie aan waar jij de bestanden hebt opgeslagen. Klik op OK en doe dat nogmaals.
Nu AutoCAD weet waar de bestanden staan kan de routine in de huidige tekening worden geladen en daarna worden gestart. Laden gaat via het commando APPLOAD<enter> zoek het bestand rdm_peil.vlx en klik op LOAD en daarna op CLOSE.
De routine is nu geladen en klaar voor gebruik.
Start op de commando regel het commando op door het intoetsen van rdm_peil<enter>.
Volg daarna de instructies van de routine.
De routine maakt gebruik van een block met daarin een attribute. De vormgeving van het block kan de gebruiker desgewenst zelf aanpassen. Bij het plaatsen van het block kijkt de routine naar de ingestelde DIMSCALE. Zodat het symbool altijd in lijn is met de andere maatvoering.
Nu AutoCAD weet waar de bestanden staan kan de routine in de huidige tekening worden geladen en daarna worden gestart. Laden gaat via het commando APPLOAD<enter> zoek het bestand rdm_peil.vlx en klik op LOAD en daarna op CLOSE.
De routine is nu geladen en klaar voor gebruik.
Start op de commando regel het commando op door het intoetsen van rdm_peil<enter>.
Volg daarna de instructies van de routine.
De routine maakt gebruik van een block met daarin een attribute. De vormgeving van het block kan de gebruiker desgewenst zelf aanpassen. Bij het plaatsen van het block kijkt de routine naar de ingestelde DIMSCALE. Zodat het symbool altijd in lijn is met de andere maatvoering.